Donderdag 25 augustus 2016
Het was onrustig vannacht, nog voor middernacht begon het flink te regenen en onweren, tot zeker 2 uur. Nou ja, wat ’s nachts valt, valt de volgende morgen niet meer. Als we om 7 uur gaan ontbijten is het droog. In de herberg hangt een kaart met daarop veel camino’s.
De bruine lijn met de Camino Primitivo vanaf Oviedo via Lugo en verder is goed te zien, de gele speldenknop is waar we nu zitten. Vandaag lopen we via As Seixas naar Melide waar we aansluiten op de Camino Francés, en verder naar Boente.
Om half 8 lopen we met fris daglicht de herberg uit, via de asfaltweg terug naar de andere herberg om daar op de route te komen.
Het is een erg mooie ochtend met prima wandelweer, na drie kwartier krijgen we de zonopkomst in onze rug.
In de buurt van Montecelo stuiten we op een apart pelgrimsmonumentje, de achtergrond ervan ontgaat ons.
Na As Seixas lopen we over een mooie bosroute tot aan Casacamiño, waar we een bijzondere ontmoeting krijgen.
In het gehucht Casacamiño staat het zeer primitieve huisje van Mapi. In onze gids wordt ze genoemd, ook dat ze geregeld koffie aanbiedt aan pelgrims. Als we daar aankomen staat er een vrouw buiten, dus ik vraag of ze Mapi is. Ja, of we koffie lusten? Graag.
We worden uitgenodigd binnen te komen in haar eenvoudige stulpje, waar ze leeft met haar honden en katten. Met een simpel fornuis, houtkacheltje, alleen koud water, zomer en winter. Ze heeft jarenlang een drukke functie gehad bij een multinational, maar kreeg genoeg van de jacht naar geld, materie, de drukte, de stress, de bazen. Nu is ze veel gelukkiger, zegt ze. Ze leeft vooral van de opbrengst van de leren artikelen die ze maakt en de donativo’s voor haar gastvrijheid.
Haar volledige naam is Maria-Pilar, Mapi voor pelgrims en vrienden, komt oorspronkelijk uit Burgos. Na ons vertrek daar houdt haar leefwijze ons nog een tijdje in de greep, in deze gedachten vervolgen we onze route naar Hospital das Seixas.
Vrijwel ongemerkt zijn we weer op een hoogte van ruim 700 m gekomen, vandaar de mooie uitzichten op weg naar Vilouriz.
In Irago, ongeveer 5,5 km voor Melide, is de 1e bar van vandaag. Een cola en een bocadillo voordat we doorlopen naar Melide, waar de aansluiting op de Camino Francés ligt.
In Melide komen we langs het stadhuis, ik besluit naar binnen te gaan voor een stempel, Jacques en Barbara volgen me.
We lopen de straat uit, slaan een hoek om, en staan op de Francés. Meteen een terrasje voor een cola, en om onze indrukken van deze drukte te verwerken. Hele horden pelgrims komen langs, de Sarríagangers zijn er zo tussenuit te halen. Na een half uur toch maar door naar Boente, bijna 6 km. We zoeken een wat rustiger plek in deze vierdaagsestoet, ons tempo ligt ondanks onze grote rugzakken hoger dan dat van de meeste anderen. Al snel zien we een routepost dat Santiago echt dichtbij komt.
Rond 15 uur zijn we bij de herberg, melden ons, en kunnen de rugzak kwijt op een kamer boven met 3 stapelbedden. Sandalen aan en dan beneden een biertje drinken, en overleg over wat we morgen doen. Daarna douchen, onze was gaat weer eens gezamenlijk in een wasmachine en droger. Later beneden probeer ik van alles te bellen, via booking.com is in Pedrouzo niets meer vrij, maar bellen levert ook steeds nul op het rekest op. Ongelooflijk, in Pedrouzo moeten alleen al in de herbergen ruim meer dan 300 bedden zijn, en alles is vol. Na 7 vergeefse pogingen geloof ik het wel. Barbara gaat morgen weer alleen op pad, het is nu zo vol met pelgrims dat haar angst verdwenen is. Mooi. Jacques en ik besluiten een hotel In Lavacolla te boeken, ongeveer 11 km na Pedrouzo. Hoe we daar gaan komen zien we morgen wel.
Ons avondeten is vrij simpel, hamburger kip met een bord calamares, viennetta na. Rond 21.30 uur op bed, maar het is nog erg onrustig in de herberg, veel geloop en rumoer. We zijn het te goed gewend met onze hostalkamers natuurlijk. Ik heb sowieso altijd ruzie met mijn benen zo strak in de mummyslaapzak, dus als de temperatuur het enigszins toelaat, rits ik hem zover mogelijk open en ga eronder liggen. Met een Ibuprofen tegen de pijnlijke onderbenen slaap ik later toch goed in.