Om kwart voor zes gaat ergens een wekker af, het is nog donker en ik besluit nog een half uur te blijven liggen. Met 20 man op 2 wastafels en 2 wc’s gaat niet werken. Als ik in de keuken kom blijkt er stokbrood + boter + jam en koffie te staan, dus mijn gekochte sandwich gaat mee in de rugzak. Voor ik op pad ga besluit ik mijn schoenen nog een keer in te spuiten, de rest zet ik terug in de herberg in de schoenenruimte voor een ander. iets na 7 uur sta ik buiten, wonder oh wonder oogt het behoorlijk helder.
Omdat het niet koud is start ik weer in mijn polo, ik weet dat al snel het klimmen begint dus warm krijg ik het toch wel. Via de Porte d’Espagne loop ik het ommuurde gedeelte van Saint Jean PdP uit en steek de rivier de Nive over.
Het eerste stuk is direct erg steil, daarna wordt het wat gelijkmatiger. Ik stop regelmatig voor wat foto’s, want het weer is helder en de luchten schitterend, veel mooier dan
2 jaar geleden. Regelmatig een adempauze en tijd voor een mooi plaatje.
Om half 10 heb ik de 8 km naar Orisson, op een hoogte van 800 meter, overbrugd. Mijn polo is behoorlijk nat van het zweet, ik besluit als een van de weinigen binnen een koffie en cola te drinken en een sandwich te eten. Ik geniet van het heldere weer, ook al hangen er veel wolken tussen de bergen. Dat geeft juist een stukje extra mystiek.
Na Orisson volgt er een lang aanhoudende forse klim, met kleine stapjes en in een rustig tempo vorder ik gestaag. Er zijn genoeg momenten voor een foto en dus een adempauze.
Langzaamaan betrekt de lucht, het is al gaan stippelen, maar tegen twaalven gaat het zo hard dat ik besluit de hoes over de rugzak te doen en mijn jack aan te trekken. De wind waait harder hier en daardoor wordt het op deze hoogte te koud. gelukkig staat hier wel iemand vanuit zijn bestelbusje drank en fruit te verkopen, eerst een banaan en een Oasis dan maar.
Kort na deze stop gaat de weg van het asfalt af en wordt het een natuurpad.
Het is nu niet ver meer naar de top. Ergens op de volgende kilometers staat een schuilhutje, hier houd ik even een pauze om iets te drinken en eten. Het is een wisseling van pelgrims, de hut is te klein en dat betekent niet te lang beslag leggen op de schaarse ruimte. Weer verder op de hoogte en kort daarna het begin van de afdaling. Hier ligt nog steeds sneeuw, waar die gedooid is is zwarte klei blijven liggen.
De laatste kilometers van de afdaling kom ik eerst nog over een sneeuwveld van ongeveer 25 meter lang, daarna is het een lang steil modderpad naar beneden.
Met behulp van de stokken is dat goed te doen, maar enkele pelgrims zonder stokken staan behoorlijk te hannesen. Om kwart voor drie kom ik aan bij de herberg in Roncesvalles, deze etappe van 25 km met zwaar klimwerk is me goed afgegaan, ik ben trots op mezelf. Maar wel blij dat ik er ben en mijn natte zooi kan uitdoen. De schoenen hebben zich volgens mij goed gehouden, dus waarschijnlijk heeft de spuitbus goed werk geleverd.
Bij de deur van de herberg stel ik mij voor aan Rem Jonker, die me hartelijk welkom heet. Loop maar door naar boven, Kees is koffie aan het zetten. In de habitacion voor de hospitaleros op de 1e verdieping zit ik bijna twee uur te kletsen met Kees, Arnold, Helmut en krijg zo al veel informatie. Helmut is hier al 5 dagen aan het werk als invaller. Even naar beneden, voorstellen aan Jos en Diana in de kist (de balie ofwel mostrador), en Ria in de wasruimte in de kelder, die ik gelijk mijn vuile was geef, komt later die avond weer schoon en fris retour. Dan brengt Kees me naar de dependance, waar ik mijn natgeregende kleren kan wisselen voor droge, na een lekkere douche. Weer terug, nu een uitgebreide rondleiding van Diana en voorstellen aan Marisol en Patxi. Niet alles blijft hangen, maar veel vragen die ik had worden zo geleidelijk aan beantwoord. Ook Joke en Dick zijn er inmiddels, met Helmut en Ria die nog een week blijft missen we nog twee mensen; Chris komt vrijdagavond en Annelies zaterdag. Annelies is invaller voor Loes en Fred, omdat Fred ernstig ziek is geworden kunnen zij helaas niet komen.
Tegen 19 uur gaan we naar Casa Sabina voor een pelgrimsmenu, ik stel ons voor als de nieuwe hospitaleros. Na het eten gaan we naar de oude herberg waar Helmut zit. Hij doet ons uitgebreid verslag van het werk daar en geeft ons een rondleiding door de herberg, die als filmlocatie voor The Way heeft gediend. Rond tien uur lopen we naar de nieuwe herberg, waar we in onze hospitalerokeuken gaan evalueren, een wijntje drinken en hapjes eten. Pas ruim na middernacht lig ik op bed, moe en met lichte spanning voor mijn eerste werkdag morgen.
Afstand vandaag: 25 km
Afstand totaal: 130 km
Herberg: kloosterherberg Aterpea, hospitalero verblijfsruimten