22 juli 2010. Le Moulin de Châteaubrun.
Lekker uitgeslapen tot 6 uur, rustig ontbijten in de keuken en relaxed op pad, we hoeven vandaag niet zo ver. De route van vandaag is SCHITTEREND. Een prachtige ochtend met dikke wolken en lichtere lucht, flets zonnetje, alles ruikt fris. Buiten Argenton aan de rand van het bos breekt de zon voorzichtig door het wolkendek. Stil staan, alle lucht uitblazen en dan met een diepe teug het wonderschone van deze ochtend naar binnen zuigen. Zodra we Argenton verlaten komen we op een mooi veldweggetje, dat overgaat in een bospad en ons weer naar beneden voert naar de oever van de Creuse. Een mooi wandelpad daarlangs met zicht op de stroomversnellingen. Aan het eind bij de stuwdam even pauze, want we lezen dat we steil omhoog moeten klauteren. En het is steil. Via rotsen werken we ons omhoog uit de naad en in het zweet. Mijn stokken komen goed van pas, hoewel 1 stok een keer zijn grip verliest en ik bijna omkukel. Eenmaal boven hijgen we en genieten na van dit pad langs watervallen en een bergstroompje. Wauw! Ik ben trots, want ondanks de hevige inspanning is mijn ademhaling behoorlijk snel hersteld. Mijn conditie gaat vooruit.
We gaan verder naar Gargilesse, zeer mooi wandelen en het dorpje is een plaatje. We drinken wat bij bar Le George Sand, hier staat ook een huis waar ze heeft gewoond. Verder naar Cuzion, prachtig klimmen en dalen. Bijna elke bocht brengt nieuwe verrassende uitzichten. We komen 10 minuten te laat bij de bakker annex épicerie in Cuzion, maar speciaal voor ons pelgrims gaat de deur weer open. Heel aardig. Op een muurtje bij de kerk eten we onze lunch en proppen de spullen voor het avondeten in de rugzak.
Nog 1 km naar de gîte, maar die km houdt in eerst sterk afdalen, dan weer steil klimmen en als laatste stuk een ronduit prachtig afdalend bospaadje langs een bergbeekje naar het meer. Beneden komen we uit op het punt waar de Creuse dankzij een stuwdam een mooi meer heeft gevormd. En daaraan ligt de gîte annex chambre d’hote annex camping met de mooie naam Moulin de Châteaubrun. De gîte en een groot deel van de camping is bezet door Nederlandse vrouwen, een soort amazonia. Je zou hier echt met je neus in de boter vallen, ware het niet dat je hier als pelgrim niet op ingesteld bent. De gîte is 2 maanden gehuurd door een stel dat hier allerlei weekcursussen geeft: yoga, keramiek, beeldhouwen, schilderen, glas in lood en linosnedes, Janny! Ook kanoën kan. Nu mag ik het woord doen van mijn Franse vrienden. Omdat de CH pas om 15.00 opent krijgen we van hen een picknicktafel in gebruik, mogen water koken om koffie te zetten, hun mokken gebruiken, later ons wasgoed op hun lijn hangen. Omdat er geen goede mobiele verbinding is mogen we hun vaste telefoon gebruiken voor de reservering morgen. Bij ons avondeten krijgen we van hen een grote kom pindamaissoep en een schaal heerlijk knapperig stokbrood. Als toetje krijgen we worteltjestaart van ze.
De route van vandaag was 22 km, maar het voortdurende dalen en klimmen heeft ons vermoeid. Om 21.15 gaan we naar bed, J-J ligt er dan al in. Dat naar bed gaan is trouwens bijzonder. Ik kan zeggen dat ik op 1 slaapkamer (van 4×4) gelegen heb met een 60-jarige Franse oud-parachutist, een 39-jarige Parijse priester en een 37-jarige Nederlands-Koerdische RK moslima. De 2 Fransen in het dubbele bed en Incy en ik op losse matrassen op de grond. Hoezo multicultureel? A demain.