Gesprekken met pelgrims

Het is 13 uur, we zitten aan tafel voor ons pelgrimsmenu in Casa Sabina. Er komt een fietspelgrim binnen, een Belg, zo te zien behoorlijk chagrijnig. Hij is kortaf tegen de bediening en begint zijn zeiknatte kleding overal neer te hangen. Als wij een grappige opmerking maken zegt hij niet in de stemming te zijn voor grapjes. Hij is koud en nat, en baalt dat hij tot 14 uur moet wachten voor hij de herberg in kan. Hij wil een bocadillo eten, maar dan moet hij het café in en het restaurantgedeelte uit. Dus besluit hij nukkig een menu te eten. Aan een andere fietspelgrim die binnenkomt vertelt hij dat hij in de oude herberg slaapt en daarvoor ingeschreven heeft. Ik zeg beiden dat dit niet klopt, hij slaapt in de nieuwe herberg. Hij bijt me toe dat hij toch zelf wel weet waar hij ingeschreven heeft. Ik roep klets, de oude herberg gaat pas open als de nieuwe vol is, en dat is meestal pas eind van de middag, mocht je gelijk hebben dan zal ik mijn excuses maken. Hij reageert opgefokt, typisch een Nederlander die vindt dat ik klets, lul. Dan vertelt hij de andere pelgrim dat hij € 10 heeft betaald, nu weet ik zeker dat hij in de nieuwe slaapt, de oude kost immers € 6. Nou ja, hij is koud en nat en blijkbaar niet zichzelf, heeft ook niet in de gaten dat wij de hospitaleros zijn. We zien hem straks nog wel.
Rond een uur of 3 in de middag komt onze zuiderbuur aanzetten. Ik zeg tegen hem zie je nu dat je in de nieuwe herberg zit. Ja, maar het is toch een heel oud gebouw? Ja, daarin heb je gelijk, maar wel grondig verbouwd en 2 jaar geleden geopend, zie het bord in de hal, ga maar eens boven kijken wat je ervan vindt. Later komt hij beneden en is ineens superaardig. Wat ziet het er mooi uit. Hij biedt zijn excuses aan, het is Harry voor en Harry na, ik wist toch niet dat jullie hospitaleros zijn, mag ik een foto maken van jullie (Annelies en ik) bij de balie etc. Ook de volgende morgen is hij complimenteus, wat is het leuk hier, nog bedankt voor alles. We wensen hem een buen camino. Zo eindigt een in mineur begonnen ontmoeting toch in majeur.

Eind van de middag meldt zich een Duitse vrouw bij me, ze wil de rugzak laten vervoeren. De tocht over de Pyreneeën is haar te zwaar geweest. Alle pelgrims die over die zware tocht beginnen vertel ik, dat dit inderdaad de zwaarste etappe is van de Camino naar Santiago, zeker als je pas in Saint Jean PdP begint. Gewoon langzaamaan doorgaan, eventueel korte etappes maken is beter voor je lichaam. Rugzakvervoer regelen we niet, daarvoor verwijzen we naar La Posada of Casa Sabina. Laat op de avond kom ik haar tegen op de trap, enigszins paniekerig. Ze heeft in het restaurant haar ticket gekregen van het rugzakvervoer en laat zien dat haar rugzak naar de gemeentelijke herberg in Zubiri gaat. Dat wil ze echter niet, daar is geen beheerder, dus staat haar rugzak daar onbeheerd. Ik vertel haar dat de rugzakken meestal pas later op de middag worden bezorgd, als de meeste pelgrims al binnen zijn. Bovendien, wie heeft er nu belangstelling voor zo’n rugzak, zeker in een dorp als Zubiri? Zelfs in Pamplona en Leon laten pelgrims de rugzak voor de herberg staan en gaan eerst de stad in. Ze zegt dat ze wel eens andere verhalen heeft gehoord en is er niet gerust op. Ze wil graag de rugzak ergens anders afgeleverd hebben en wil dat wij dat gaan regelen. Dat gaat me te ver. Dan zegt ze dat volgens haar reisgids het rugzakvervoer gemakkelijk geregeld kan worden, maar in de praktijk blijkt ze dat toch anders te ervaren. Ik zeg wat had u dan gedacht, dat u met alleen kennis van de Duitse taal dit in Spanje eventjes gaat regelen? U moet echt leren meer vertrouwen te hebben, laat die rugzak nu maar daar bezorgen, je zult zien dat die er morgen gewoon staat. Over controle en loslaten gesproken, alle begin is moeilijk.
De volgende ochtend zwaai ik haar uit, ze is duidelijk een stuk opgewekter. Ik zeg haar nog eens er onderweg niet aan te denken en er gewoon op te vertrouwen dat haar rugzak aankomt.

Nog een Belgische fietspelgrim, een dame nu. Was al voor twaalven hier en moet dus (lang?) wachten voor ze de herberg in mag. Dat valt haar tegen, ze is moe, koud en nat. Helmut had haar al in het café gesproken en mij verteld dat ze nogal kortaf was, een soort bitch met veel haar op de tanden. Als ik haar vraag waar ze vandaan is komen fietsen zegt ze Saint Jean PdP. Dat is toch maar 27 km, dat valt toch wel mee? Maar wel allemaal bergop bijt ze me toe. Ik denk bij mezelf de wandelaars lopen 27 km bergop, daar heb ik dan meer respect voor. Als fietser die hier om 12 uur aankomt kun je net zo goed die 40 km naar Pamplona doorfietsen, maar wijselijk houd ik mijn mond. Het ontbreekt er nog maar aan dat ze een elektrisch aangedreven fiets heeft, want ook die verneukfietsen (vondst van Helmut) zie je hier.

In de avond meldt zich een oude Duitse man bij me. Hij is met zijn vrouw vanaf Saint Jean PdP komen aanlopen, maar zijn vrouw zit helemaal stuk, de tocht met de rugzak was haar duidelijk slecht bekomen. Het was vandaag ook bar slecht weer, dat speelt natuurlijk ook mee. Hij vraagt of ze een extra nacht kunnen blijven. Helaas, dat staat de kloosterorganisatie niet toe. Het is een kamer boeken in een van de hostals, doorlopen of vervoer regelen, met de bus richting Pamplona of een taxi. Ik zeg hem dat doorwandelen echt beter is voor het lichaam, dat kan langzaam wennen aan de dagelijkse inspanning. Begin morgen rustig aan naar Burguete, slechts 2,5 km verder, en dan Epinal op 6 km. Rustig tempo, stop bij een bar om iets te drinken en te eten, en bekijk dan hoeveel verder je nog kunt. Er zijn in meerdere doorkomstplaatsen herbergen, dus er komen genoeg beslismomenten over hoe verder te gaan. De volgende ochtend zwaai ik ze uit, de vrouw neemt dapper de rugzak op haar rug maar ziet er nog wel een beetje uit als een dood vogeltje. De man laat me weten mijn raad op te volgen en eerst rustig naar Burguete te wandelen, en dan pas verdere plannen te maken. Precies zo hoort het, laat de camino gewoon op je afkomen.

Een Amerikaanse spreekt me aan, ze heeft vandaag doodsangsten uitgestaan. Een smal paadje langs een ravijn, dat gaat ze dus nooit meer doen. De angst is nog in haar ogen te lezen, opgeven is dichtbij. Ik vraag me af waar ze dan gelopen heeft, want de bergetappe vanaf Saint Jean PdP kent wel smalle paadjes, maar langs steile afgronden gaan die absoluut niet. Wel is het laatste stuk naar de herberg steil, en met dit natte weer modderig en glad. Ze gebruikt echter wel stokken en dat is nu zeker verstandig. Ik verzeker haar dat de route naar Zubiri en Pamplona goed te doen is, ze komt niet langs afgronden en hoeft dus niet bezorgd te zijn. Of ze me helemaal gelooft weet ik niet, ik hoop dat ze morgen meer kan genieten van het wandelen.

Dit is slechts een bloemlezing van de vele vragen en gesprekken die we hebben, het maakt dit werk boeiend en afwisselend. Het dragen van de rode hospitalero bodywarmers werkt twee kanten op; het straalt een soort gezag uit, maar belangrijker is dat we perfect herkenbaar zijn in de herberg en daarbuiten. De pelgrims weten ons zo goed te vinden en te bestoken met vragen. En daarvoor zijn we ook hier.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie gegevens worden verwerkt.