Léon 19 km

25 juni 2011. Léon.

Voor ik het weer vergeet: Peregrino Frans, bedankt voor je gedichten en de tekst van het vierdaagselied, de deun ervan zoek ik die week wel op. En het Spaanse gedicht gaat me wat boven mijn pet, misschien kun je ook voor de ondertiteling zorgen, ook voor de andere webloglezers?  Om 5.45 uur staan we op en een uur later stappen we naar buiten. Alweer een prachtige ochtend, strakblauw. Over de oude stenen brug over de Esla verlaten we Mansilla de las Mulas. De route naar Léon komt om de paar km door een dorpje, loopt langs een grote weg maar dat ervaren we niet als storend, de dorpjes zorgen voor afwisseling. Na 10 km zijn we in Arcahueja waar we een koffie nemen met een mueslireep. De laatste 9 km naar Léon lopen eerst door een industriële omgeving en dan door buitenwijken. Er valt genoeg bijzonders te zien en we vinden dit niet saai, noch vervelend. Misschien scheelt het dat we stadsmensen zijn.

Eenmaal binnen de oude stadsmuren ontvouwt Léon zijn pracht pas echt. We lopen door enkele nauwe straatjes naar onze herberg, in het benedictijnenklooster van de zusters van Santa Maria de Carvajal. Om half 11 zijn we er, om 11 uur gaan ze open. Er wachten al een stel pelgrims, maar echt druk is het niet. Ook treffen we enkele oude bekenden. Tegen kwart over 11 mogen we naar binnen, we begonnen bijna ongeduldig te worden, maar dat is tegen mijn nieuwe principe. Het gaat er vrij streng aan toe: opstellen in een rij, steeds 2 mensen door de poort, inschrijven, reglement lezen. Wij krijgen eerst op onze donder van de zuster omdat we met zijn drieën voor haar staan (wij lopen nu eenmaal samen), maar haar collega bij de poort heeft ons daarvoor haar fiat gegeven. Met een man lopen we mee naar de slaapzaal. Stokken weg, schoenen uit; slaapzaal, wc’s en douches voor mannen en vrouwen gescheiden, snurkers worden apart gelegd, de kledingwas mag niet in de wastafels maar moet in een aparte bak worden gedaan. De bedden zijn goed, het is schoon, geen kussen, lakens en deken, dus mijn vest wordt mijn hoofdkussen en de slaapzak is nodig. Tot nu toe heb ik meestal in de lakenhoes geslapen en als het koud werd legde ik er een deken overheen. Het is een grote slaapzaal met minstens 15 stapelbedden.

Na de douche en de handwas de stad in, we kijken onze ogen uit. Oude straatjes, mooie grote panden, een mooi gemeentehuis, leuke winkeltjes, bars, restaurants, terrasjes, veel gezellige levendigheid, deze stad is veel leuker dan Burgos. Ik ben op zoek naar een barbería, maar of ze zijn opgeheven, of gesloten omdat het zaterdag is en ze dan om 12 uur dicht gaan. Mijn baard zal nog even blijven zitten. We bezoeken de kathedraal, net als in Burgos is ook hier een bruiloft aan de gang. Een prachtige kerk met middenschip, maar de 12 kapellen van de kathedraal in Burgos vind ik indrukwekkender.
Tegen half 2 zoeken we een mooi terras op en bestellen daar el menú del día voor € 11. Ik neem entremeses (een soort Wurstplatte), pescaditos fritos con patatas (gefrituurde visjes met frites) en een ijsje na. Wegspoelen met twee lekkere cañas bier, en ondertussen genieten van alles wat er voorbij komt. Bertus en ik vinden dit geweldig, wanen ons op een terras in Utrecht of Nijmegen, J-J vindt het te druk en heeft liever de rust, een echt dorpsmens. Ik krijg even heimwee naar onze Grote Markt, waar ik me met Janny waan, genietend van een Belgisch biertje en ondertussen mensen kijken. Komt straks weer. Vanavond hebben we weer een tapasavond, het menu hebben we nu al gehad.
We slenteren nog even door de stad, maar alles gaat dicht tot 16 of 17 uur, en het is inmiddels 33°. Om half 3 zijn we terug in de herberg, een tukkie doen. Daarna ga ik op een bankje op de kloosterbinnenplaats mijn dagboek schrijven en via mijn mobieltje mijn weblog bijwerken onder het genot van een koele cola. Eerst heb ik mijn schoenen schoon gemaakt, die zien grijs van de stoffige paden van de laatste dagen. De hakken slijten al behoorlijk, ze zullen toch nog 300 km mee moeten.

Aan het begin van de avond bezoeken we nog enkele gebouwen, de Romaanse basiliek San Isidoro, een bijzonder pand dat door Gaudi is ontworpen, en gaan dan op zoek naar een leuke tapasbar. Tegen half 9 zijn we terug bij de herberg, op de slaapzaal is het erg warm. Na 9 uur ga ik toch maar op bed liggen, slapen zal niet meevallen, mijn slaapzak heb ik voorlopig niet nodig. Morgen willen we doorlopen naar Hospital de Órbigo, een dikke 30 km.

Afstand vandaag: 19 km
Afstand totaal: 728 km
Herberg: benedictijnenklooster Santa María de Carvajal, in centrum

REACTIES:
26 juni 2011 00:41 | Door: peregrinofrans

Hola Harry,
De Spajaarden denken, dat wanneer zij een weg langs de Camino Frances aanleggen, er veel minder ongelukken op die weg, de N120 gebeuren! Da’s jammer, want langs deze N120 loop je morgen ook weer. Een alternatief is dat je vanaf Virgen del Camino de alternatieve route langs Villar de Mazarife neemt, dan heb je een mooiere route. Hier heb ik vorig jaar ook gelopen. Deze route komt uit in Hospital de Orbigo. Daar is een 12e eeuws hospital. Ook een zeer lange brug over de Orbiga ( Rio Orbiga ).
(Ik heb wat nieuws voor Bertus. Rond 16 april liep hij samen met Thelma en John een aantal dagen samen naar Reims.Vanaf Reims liep John een andere route en met Thelma liep Bertus tot Troyes, alwaar hij alleen verder liep. Zowel Thelma als John overnachten nu in Viana, ruim 300 km achter jullie.)
Harry, de vertaling van het het gedicht is:

Wandelaar, het zijn jouw sporen
De weg en niets anders
Wandelaar, er is geen weg
De weg ontstaat al wandelend,
En al omkijkend naar achteren
Ziet men het pad dat nooit
Opnieuw belopen moet worden.
Wandelaar, er is geen weg
Alleen maar sporen in de zee.

Un saludo,

Vorige bericht                                                                       Volgende bericht

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.