Een verrassende, maar prima verlopen dag.
De Outdoorgids geeft voor vandaag een etappe aan naar Hospital de Bruma, liefst 28 km. Bovendien met veel klimmeters, zie bijgaand kaartje:
Deze kaartjes heb ik overigens gehaald van de website van Eroski (http://caminodesantiago.consumer.es), een site waar je als pelgrim veel informatie kunt vinden. Op dit kaartje staat trouwens ook de oude route, dus Eroski moet ook nog actualiseren. Volgens het Conrad Stein Verlag komt er binnenkort een nieuwe uitgave, ik ben benieuwd of daar de vernieuwde route sinds juli 2017 in staat.
De lengte, de hoogteverschillen en de knie van Janny doen ons besluiten de etappe op te splitsen en naar Presedo te lopen. Daar is na de editie van onze gids (2014) een gemeentelijke herberg geopend met 16 bedden. Wat ons enigszins bezig houdt is de groep van 10 Nederlanders, die hier ook wil stoppen, en een paar Duitse pelgrims die Presedo als slaapplek kiezen. We hebben geen zin om te racen, en bedenken welke alternatieven er zijn.
Janny heeft de tape van de knie gehaald, en wonder boven wonder geeft dat minder pijn! We stijgen Betanzos uit langs een gigantische muurschildering:
Het is superweer, blauwe lucht, heerlijke temperatuur. We klimmen verder tot we de A6 oversteken:
Het blijft constant golven, door prachtige natuur, die zich in deze tijd van het jaar misschien wel van haar mooiste kant laat zien:
Een eindje verder ontmoeten we een kleine kudde schapen met twee herders, niet echt in authentiek schaapherderskostuum:
We krijgen zin in koffie, en komen bij een kerkje met begraafplaats:
Waar een kerk is, is een dorp, hier het dorpje Cos. En verrassing, voordeel van een gedateerde gids, aan de pelgrimsroute ligt een bar! Bij Bar Carabel houden we een koffiestop en vragen een stempel.
Presedo bereiken we al na 12 km, het is pas kwart over 11. Michaela en Maria uit Duitsland zijn hier al, we hebben de afgelopen dagen een leuke band met hen opgebouwd. Om 12 uur gaat de herberg open, pas ’s avonds komt een hospitalero registreren (incasseren en stempelen). Presedo is net zo groot als haar naam is, en om hier de rest van de dag te bivakkeren is niet echt wat we willen. We hebben ook weinig zin om te wachten tot 12 uur of we eventueel een stempel van de herberg kunnen krijgen, en besluiten alvast 400 meter door te lopen naar Mesón Museo Xente no Camiño, een onlangs geopend café/restaurant dat als museum is ingericht:
Een knusse plek met aardig terras in de achtertuin om een bakkie koffie te drinken. En zoals altijd krijg je daar wat bij, in dit geval magdalena’s. De inrichting bestaat uit diverse bijzondere objecten, én veel schilderijen:
Bij navraag aan de patrones blijkt haar man de kunstenaar te zijn. Twee mooie stempels, een van het lokaal en een van de parochie Abegondo waar Presedo onder valt. Als je deze camino loopt, zeker hier gaan kijken!
We maken het plan om de pelgrimsroute te vervolgen tot Café/Bar Julia in Vilacoba, en daar een taxi te (laten) bellen om ons naar Pensión Ó Mesón Novo in Mesón do Vento te laten brengen. Voor morgen hebben we daar al geboekt via booking.com, dus vandaag zal er ook wel een kamer vrij zijn. We delen dit terloops mee aan de patrones van Xente no Camiño, en verbouwereerd zegt ze dat dat niet kan. De pelgrimsroute is vorig jaar drastisch veranderd, loopt achter hun museum door, en komt niet meer bij Café/Bar Julia. Chips. Ik zeg haar dat wij dan gewoon de asfaltweg aan willen houden naar Café/Bar Julia, maar vrij stellig beweert ze dat we vanaf daar niet meer op de route kunnen komen! Volgens mij is er altijd ergens een oplossing voor, dus eigenwijs gaan we de vooringang uit en volgen de asfaltweg. Iets verderop spreekt een oudere inwoner ons aan, we lopen verkeerd, de route loopt achter zijn huis door. Ik probeer duidelijk te maken dat we bewust naar Julia lopen, maar dat wil er maar niet in. Als we doorlopen horen we hem nog een tijdje foeteren op die waarschijnlijk domme pelgrims!
Een stukje verder, bij Leiro, staat er een postje met de bekende schelp, en een eind verder aan de overkant langs een bospad omhoog ook. Het lijkt erop alsof de nieuwe route hier van links komt, onze asfaltweg een stuk volgt en dan aan de overkant omhoog verder gaat. Even onthouden, links ligt een klein kerkje! Na een dikke 5 km komen we, na twee keer vragen of we nog goed zitten, aan bij Café/Bar Julia in Vilacoba. In mijn beste Spaans leg ik uit dat we eerst iets willen eten, en of ze daarna voor ons een taxi kan bellen naar Ó Mesón Novo. Om kort te zijn: zij gaan eerst zelf eten, daarna maakt ze voor ons een tortilla, en belt dan de eigenaar van Ó Meson Novo. Het beleid daar is om pelgrims eventueel op te halen bij Julia! Geweldig!
We nemen plaats aan een tafel in een zijkamertje:
Een stempel krijgen we ook alvast, terwijl we wachten op de tortilla krijgen we een bord met stukjes pulpo. Janny gruwt er een beetje van,
maar het meeste gaat op. Dan komt er een gigantische tortillo con patatas, met grote stukken brood:
Met uiterste inspanning weten we de tortilla op te krijgen, wij zijn nog van de generatie “je bordje leegeten”. Nog 20 minuten wachten, dan komt de (jonge) eigenaar van Ó Mesón Novo ons ophalen. Een ontzettend aardige kerel, via allerlei binnenwegen brengt Antonio ons naar hun Pensión, waar we een mooie kamer krijgen. Via booking.com moesten we € 46 betalen, maar rechtstreeks (telefonisch) reserveren is voor pelgrims goedkoper, hij maakt dit wel goed zegt hij tijdens de rit. Ik bied aan hem te betalen voor de rit, maar daarvan wil hij niet weten. In het Pensión eerst een caña, meteen krijgen we daar lekkere hapjes bij. Alsjeblieft niet zeg, na die tortilla, maar om de mensen niet te beledigen doen we ons best. Het is een familiebedrijf met vader, moeder en zoon, reuze aardige mensen, echt een aanrader om hier te verblijven. Na de douche en handwas melden we ons weer in het café, dat aan de drukke N550 ligt:
We voelen ons hier prima, ik krijg vaak een kick van dit soort eenvoudige Spaanse café’s, waar mensen even aanlopen/aanrijden voor een drankje en dan weer verder gaan. Gelukkig voelt Janny dat ook zo. We babbelen met Antonio, en vanavond zet hij het grote scherm aan met daarop een competitiewedstrijd uit Spanje. De wedstrijd bekijken we onder het genot van slechts wat chips e.d. bij een wijntje, ruim afdoende na de tortilla die nog nadrukkelijk aanwezig is. Het voetbal valt tegen, maar we voelen ons hier echt thuis. Vader en moeder blijken redelijk goed Engels te spreken! Met Antonio heb ik het over morgen, hij zal ons afzetten bij het kerkje van Leiro, zodat we daar de nieuwe route kunnen oppikken. Zo lopen we wel een paar km extra, maar dat hebben we er met dit mooie weer en mooie omgeving graag voor over.
We raken in gesprek met Mark uit Ierland, hij komt geregeld in Spanje voor zijn werk, en is nu de camino van A Coruña naar Santiago aan het lopen. Dat is slechts 75 km, maar als je direct voorafgaand aan deze camino in je eigen land ook een camino van minstens 25 km hebt gelopen, kom je toch in aanmerking voor de compostela. En in Ierland gebruiken ze daar Saint Patrick’s Way voor.
De kamer is ondanks de ligging aan de N550 heerlijk rustig, en na deze lange enerverende dag vallen we als een blok in slaap.